Het onderzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken naar omvang vrijwilligersreizen vanuit Nederland naar residentiële zorginstellingen voor kinderen is verschenen. Ook de kabinetsreactie staat online.
Enkele conclusies uit het onderzoek:
- Vrijwilligersreizen houden residentiële instellingen voor kinderen onnodig in stand en kunnen indirect zelfs leiden tot een aanbod van kinderen (die niet in alle gevallen wees zijn) (p. vii)
- Op jaarbasis reizen vermoedelijk enkele honderden vrijwilligers via reisorganisaties of gespecialiseerde aanbieders een vrijwilligersreis naar een residentiële zorginstelling (p. viii)
- Naar schatting tussen 1.430 en 1.730 particuliere initiatieven sturen vrijwilligers naar residentiële projecten voor kinderen in lage- en middeninkomenslanden (p. viii)
- Kinderen in residentiële instellingen zijn handelswaar geworden ten behoeve van partijen die verdienen aan de zorg voor kinderen of anderszins belangen hebben bij de instandhouding van residentiële instellingen (p. vii)
- Het onderzoek identificeert belangrijke negatieve effecten: het onnodig in stand houden van residentiële zorginstellingen voor kinderen, het aanwakkeren van een aanbod van ‘wezen’, het gevaar voor kinderhandel, hechtingsproblematiek, onprofessionele zorg, het gevaar voor misbruik, de instandhouding van neokoloniale verhoudingen en denkbeelden en de verstoring van de lokale arbeidsmarkt (p. 73)
- Wat de overheid betreft, geeft het rapport aan dat de geïnterviewde beleidsmedewerkers behoefte hebben aan specialistische kennis (bijvoorbeeld kennis over kinderrechten) (p. 68)
- de onderzoekers stellen een aantal gerichte beleidsmaatregelen voor, o.a. met betrekking tot de ANBI status, voorwaarden bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en een Verklaring Omtrent Gedrag van de vrijwilligers. Wat de sector betreft, stelt het onderzoek o.a. een keurmerk voor aanbieders voor (p. ix)
Daarmee geeft het rapport ons als sector genoeg stof tot nadenken, en de overheid ook. Hoog tijd voor beide om die handschoen op te pakken.
De samenvatting van het onderzoek in het Engels is hier te vinden.