Op vragen n.a.v. een bericht over weeshuistoerisme in Kenia, reageerde minister Kaag op 5 maart met een kamerbrief.
’Het ministerie van Buitenlandse Zaken volgt ontwikkelingen op dit terrein, onder meer via contacten met het Better Care Network (BCNN). Dit netwerk, waar internationale organisaties als Unicef onderdeel van uitmaken, werkt aan deze problematiek via voorlichting en bewustwording: richting (potentiële) vrijwilligers, kleinschalige particuliere ontwikkelingsinitiatieven, bemiddelingsbureaus voor internationaal vrijwilligerswerk, reisorganisaties etc. Landen die met dit fenomeen worden geconfronteerd – zoals Kenia en Cambodja - nemen ondertussen zelf ook maatregelen.’
’Reislustige jongeren, potentiële vrijwilligers en ook toeristen hebben allereerst een eigen verantwoordelijkheid om zich goed te oriënteren, voor te bereiden en zich niet te laten misleiden. Intermediaire en reisorganisaties kunnen daarbij helpen. Op dat vlak zijn er positieve ontwikkelingen. Verder is informatie over ‘weeshuistoerisme’ inmiddels breed beschikbaar en is er – onder meer op sociale media – een levendige discussie. Dit is mede te danken aan initiatieven als van BCNN. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in deze een beperkte rol. BCNN weet het ministerie te vinden. Vanuit verschillende ontwikkelingsprogramma’s onderhoudt het ministerie met een aantal BCNNlidorganisaties een samenwerkingsrelatie.’
’Ambassades in landen waar kinderhuizen veel voorkomen zijn bekend met de
problematiek en hebben informatie beschikbaar. In het kader van een update van
de inhoud van de websites voor ambassades wordt bezien hoe relevante
informatie kan worden opgenomen.’
Hier is de volledige kamerbrief te lezen. BCNN zal in de komende tijd verder in gesprek gaan over de rol van het ministerie en de ambassades bij het informeren van (potentiële) vrijwilligers.
De Kamerbrief is door de Stahili Foundation ook vertaald in het Engels en vind je hier.