(Bron: Kinderrechtencollectief)
Het Europese Hof oordeelt in een zaak dat uithuisplaatsing, in dit geval op grond van armoede, ingrijpt op het recht op eerbiediging van het gezinsleven, zoals vastgelegd in artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het oordeel van het Europese Hof bevat een aantal waardevolle inzichten.
- Het Hof benadrukt dat niet alleen de sociale diensten verantwoordelijk zijn, maar dat ook de Staat in zulke gevallen speciale aandacht moet hebben voor kwetsbare gezinnen, moet voorzien in basisbehoeften en aanvullende financiële steun aan het gezin kan geven.
- Het Hof geeft aan dat in vergelijkbare zaken slechte leefomstandigheden nooit de enige grond waren voor een uithuisplaatsing. In deze zaak waren er geen signalen van emotionele verwaarlozing, geweld of seksueel misbruik.
- Het Hof oordeelt dat zowel de uithuisplaatsing als de ontzetting uit de ouderlijke macht en het verbieden van contact een schending is van het recht op eerbiediging van het gezinsleven in artikel 8 EVRM, omdat het niet noodzakelijke maatregelen zijn in een democratische samenleving.
Kijk hier voor de uitspraak van het Europese Hof