Twee studenten van de opleiding Culturele Antropologie onderzochten ter afsluiting van hun bacheloropleiding het perspectief van vrijwilligers en lokale betrokkenen op vrijwilligerstoerisme in Quetzaltenango, Guatemala. Zij bezochten vier projecten en spraken met vrijwilligers, directeuren, coördinatoren, leraren, social workers, kokkinnen en andere medewerkers, kinderen en moeders en de Nederlandse coördinatrice.
Zij kwamen tot de volgende bevindingen:
- Veel vrijwilligers hebben het helpen van de lokale bevolking niet als voornaamste motivatie, zij gaan eerder om de taal te leren, de wereld te ontdekken en ervaring op te doen;
- Vrijwilligers blijven gemiddeld één week tot drie maanden bij een project;
- Dat het ‘komen en gaan’ van vrijwilligers zou leiden tot hechtingsproblemen bij de kinderen waarmee de projecten werken, werd door zowel de lokale betrokkenen als de vrijwilligers niet herkend;
- De bijdrage van vrijwilligerstoeristen bestaat met name uit het assisteren van de vaste werknemers en het geven van bijles, Engelse les of workshops aan moeders;
- Er is meestal geen overbruggingsfase tussen vrijwilligers en dus geen overdracht, waardoor het niveau van de lessen laag blijft en ze ongestructureerd worden aangeboden;
- Er is een afhankelijkheid ontstaan van vrijwilligerstoeristen voor de Engelse les, omdat de Guatemalteekse overheid Engelse les verplicht heeft gesteld op basisscholen en docenten geen Engelse les krijgen;
- Lokale projecten stellen nauwelijks taaleisen aan vrijwilligers, terwijl er vaak een taalbarrière is dat het contact tussen de vrijwilliger en de kinderen bemoeilijkt;
- Er wordt niet gevaagd naar enige kwalificaties of ervaringen in het werken met kinderen;
- Er wordt geen Verklaring Omtrent Gedrag vereist, sterker nog, de onderzochte projecten hebben hier nooit aan gedacht en zijn ook niet bekend met deze verklaring;
- De tussenorganisaties zien het vrijwilligerstoerisme voornamelijk als een industrie waar winst gemaakt wordt, terwijl lokale projecten vaak niets verdienen en financiële problemen hebben;
- Vrijwilligers zijn vaak teleurgesteld omdat tussenorganisaties hen vertelden dat ze ‘een grote rol in de ontwikkeling van het kind’ zouden spelen, terwijl dat in werkelijkheid niet zo bleek te zijn.
Klik hier voor de samenvatting van het rapport.