In januari 2024 kondigde UNICEF aan dat in Europese en Centraal-Aziatische landen familiegerichte opvang de meest voorkomende vorm van alternatieve opvang is voor kinderen zonder ouderlijke zorg. Dit rapport laat echter ook een verontrustend feit zien, namelijk dat het aantal tehuizen in West-Europa drie keer zo hoog is als het wereldwijde gemiddelde.
Van IJzendoorn & Bakermans-Kranenburg (2024) hebben een artikel geschreven waarin zij hun zorgen delen over de nauwkeurigheid en methoden waarop de gegevens in het rapport zijn verzameld.
Ze stellen dat alternatieve zorg geen universele definitie heeft. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk of internaten/kostscholen of Koranscholen onder alternatieve zorg vallen. Daarnaast worden concepten als familiegerichte opvang verschillend beschreven. Sommige landen beweren dat residentiële zorg in een kleine groep ook familiegerichte opvang is. Dit kan de cijfers van het aantal kinderen in familiegerichte opvang doen opblazen.
De UN Economic and Social Counci eeft richtlijnen opgesteld waarin uitgangspunten voor officiële statistieken worden besproken. Volgens van IJzendoorn & Bakermans-Kranenburg (2024) houden veel overheidsrapporten zich niet aan deze uitgangspunten.
Het is daarom niet mogelijk om conclusies te trekken over wereldwijde trends over familiegerichte zorg. Er is meer behoefte aan universele definities en meer intensievere inspanningen om alle kinderen familiegerichte zorg te bieden.
Het volledige artikel is hier (https://www.thelancet.com/journals/lanchi/article/PIIS2352-4642(24)00102-0/abstract?dgcid=raven_jbs_aip_email) te vinden.