De aardbeving in Nepal op 25 April heeft aan bijna 9.000 mensen het level gekost. In totaal zijn 104 kinderen gesignaleerd die beide ouders zijn verloren. Nog eens 244 kinderen verloren hun vader en 303 kinderen hun moeder. Gelukkig kent Nepal zeer hechte families en is er altijd wel een oom, tante, grootouder, neef of nicht die graag voor deze kinderen zorgen. Uit cijfers van Central Child Welfare Board, het overheidsorgaan dat bijhoudt waar kinderen na de ramp zijn, blijkt dat in totaal 61 kinderen zijn ondergebracht in kinderhuizen of in tijdelijke noodopvang centra terwijl hun families worden getraceerd. Er zijn 21 kinderen als vermist opgegeven. Van de totaal 142 kinderen die door de aardbeving gescheiden waren van familie en 64 kinderen die onbegeleid woonden, zijn 145 weer veilig terug bij families.
Vrijwilligerswerk met ‘aardbevingswezen’
Na de ramp zijn er altijd mensen die weeskinderen willen helpen. Bij The Umbrella Foundation Nepal (http://umbrellanepal.org) stroomden de telefoontjes binnen: ‘We want to support earthquake orphans, where can we find them?’, of ‘How do we bring all those earthquake orphans to safe homes in India?’ Bij Caroline Scheffer, Country Director van The Umbrella Foundation Nepal gingen de alarmbellen rinkelen: “Aardbevingswezen, is dat een term? Natuurlijk waren er, zoals bij elke ramp, kinderen die 1 ouder, of beide ouders waren verloren, maar door de hechte familiebanden in Nepal blijkt het aantal weeskinderen door de aardbeving best mee te vallen. Denk daarom wel twee keer na voordat je vrijwilligerswerk gaat doen in een kinderhuis of weeshuis. Voor je het weet werk je met zogenaamde ‘aardbevingswezen’ die worden gemist door hun families en die voor hun geestelijke en fysieke gezondheid en veiligheid toch echt het beste thuis kunnen wonen.”
Gezins- en familiegerichte hulp
Met de hulp van organisaties als The Umbrella Foundation, UNICEF, Next General Nepal, Forget Me Not en de overheid van Nepal, zijn de meeste kinderen na een tijdelijk verblijf in een noodopvang weer terug naar huis. Scheffer: “De hulp die we bieden aan kinderen die na de aardbeving gescheiden zijn van familie is niet gericht om ze in een kinderhuis onder te brengen, maar om ze gedurende een family tracerings process tijdelijk onderdak te bieden. Altijd, maar zeker na een ramp willen en behoren kinderen dicht bij hun ouders te zijn; het gevoel van samenhorigheid en elkaar nodig hebben is sterker dan ooit tevoren. Hulp aan kinderen na een aardbeving moet daarom gericht zijn op hereniging met families en deze families helpen met onderdak, voedsel en scholing voor de kinderen: Gezins- en familiegerichte hulp.”
Lees ook het artikel ’Kinderen helpen in Nepal? Steun families, geen kinderhuizen (http://www.bettercarenetwork.nl/nw-17382-7-3591126/nieuws/kinderen_helpen_in_nepal_steun_families_geen_kinderhuizen.html?page=1)’ op onze website.