De aardbeving van 25 april in Nepal heeft veel emoties losgemaakt. Het zijn vooral de beelden van hulpeloze kinderen tussen de puinhopen die aanleiding geven om het vliegtuig naar Nepal te nemen om eigenhandig bij te dragen. Dat doe je het beste door géén kinderhuizen te steunen, maar families en gemeenschappen.
Toename aantal weeshuizen
Het aantal kinderen dat hulp nodig heeft, is inmiddels gestegen naar 1,7 miljoen. Hoeveel kinderen na de aardbeving hun ouders hebben verloren, is nog niet bekend. Maar het is zeer waarschijnlijk dat de massale internationale hulp zal leiden tot een verdere toename van het toch al grote aantal kinderhuizen in Nepal. Uit onderzoek blijkt dat het opgroeien in een kinderhuis helemaal niet zo goed is als het lijkt. Het brengt allerlei risico’s met zich mee voor het welzijn van een kind, zoals hechtingsproblemen, misbruik en moeilijkheden bij de terugkeer naar de samenleving.
Vrijwilligerswerk
Deze problemen worden verergerd wanneer kinderhuizen werken met internationale (meestal ongeschoolde en ongetrainde) vrijwilligers: veel instellingen kijken niet naar de achtergrond van het kind en hebben geen beleid voor het werken met kwetsbare kinderen. Een ander, zeer ernstig probleem is dat de meerderheid van kinderen in kinderhuizen helemaal geen wees is. Na de aardbeving in Haïti in 2010 leek dat zo’n 80% van alle kinderen die in een weeshuis werden geplaatst, geen wees te zijn.
Kinderhandel
Voor mensen met kwade bedoelingen zijn kinderhuizen ‘business’ waaraan geld te verdienen valt. Het Better Care Network en andere kinderrechten- en kinderhulporganisaties vrezen dan ook dat kinderhandel in Nepal verder zal toenemen door het ronselen van kinderen in rurale gebieden voor de nieuw gebouwde kinderhuizen in de steden. Kinderhuizen hebben tevens een aanzuigende werking, omdat ze vanuit de hulpverlening eerder worden bevoorraad met voedsel, water en medicijnen. Wanhopige ouders zien opname als een mogelijkheid voor hun kind om te overleven.
Familiegerichte hulp
Betekent dit laatste nu dat kinderhuizen toch een recht van bestaan hebben? En is het misschien toch zinvol om als vrijwilliger in een Nepalees kinderhuis te gaan helpen, of, om zelf een huis op te richten? “Nee”, zegt Martin Punaks, directeur van Next Generation Nepal, een organisatie die verhandelde ‘weeskinderen’ weer verenigt met hun families, in een interview in The Guardian. “Realiseer je dat de opvang van kinderen veel complexer is dan het lijkt. Wij moeten streven naar de beste oplossingen zoals we die ook voor onze eigen kinderen zouden willen. Kinderen in Nepal hebben geen ‘redders’’ nodig maar ‘pleitbezorgers’.”” En dat betekent dat de internationale hulp zich zou moeten richten op zorg aan kinderen binnen het eigen gezin of een pleeggezin. Hulp waarvan ook families profiteren, die daardoor beter en zélf voor het kind kunnen zorgen.
Kinderen helpen?
Wil je kinderen helpen die getroffen zijn door de aardbeving in Nepal? Steun dan families en gemeenschappen, geen kinderhuizen. Informatie hierover vind je op de website van het Child Safe Network: www.thinkchildsafe.org. Het Child Safe Network voert campagne waarin mensen worden opgeroepen om geen kinderhuizen te steunen – niet via vrijwilligerswerk, niet via een financiële bijdrage. Het Child Safe Network heeft een lijst gemaakt met organisaties die familiegerichte steun bieden aan kinderen.
Overige informatie en ‘good practices’:
Protecting Children from CSEC in Disaster, ECPAT International
Ethical Volunteering, Next Generation Nepal
Separated Children in an Emergency, Better Care Network International
Door Johanne van Dijk, Better Care Network. Foto: Next Generation Nepal